Filosofische Decamerone is geschreven vanuit de overtuiging dat de omgang met het verleden van de filosofie alleen de vorm kan aannemen van een selectieve reis die niets wil bewijzen maar alleen met een aantal voorbeelden wil tonen wat de filosofie in haar constitutieve diversiteit is geweest.
Het parcours door de geschiedenis van de wijsbegeerte begint in het Griekenland van de vijfde eeuw voor Christus met Heraclitus en eindigt in het hedendaagse Spanje met Preciado. De weg door tijd en ruimte naar Spanje loopt echter niet rechtstreeks. Van Efeze naar het Athene van Plato en Aristoteles. Dan terug naar het Oosten, naar het Bagdad van Al-Farabi. En van daaruit naar Königsberg en Berlijn en de verlichting van Kant. Na hem zijn Wollstonecraft en Londen aan de beurt, opnieuw over de verlichting maar dit keer na de Franse Revolutie. Via het Jena van Fichte arriveert dit boek in het Parijs van de Beauvoir, om dan even terug naar Duitsland te keren voor een bezoek aan Heideggers Zwarte Woud. Na Heidegger ligt alles klaar voor de laatste reisdag, waarop Preciado’s thesis van de farmacopornografische era wordt besproken.